maandag 7 augustus 2017

Ik ben gekomen om te zoeken en te redden wat verloren is.

Tekst : Lukas 18:35 - 19:10

Het getuigenis van de dove man.


Accra is de hoofdstad van Ghana en ligt aan de Atlantische Oceaan. De stad heeft circa 2 miljoen inwoners en is de grootste stad van het land. Accra is het politiek en economisch centrum van Ghana. Een man die al twee jaar doof was, mistte zijn trein in Accra en overnachtte in een stadion, waar de volgende dag een campagne werd gehouden door evangelist Daniel Kolenda.

Tijdens de samenkomst bad Kolenda dat alle dove oren in de omgeving zouden geopend worden. De dove man, die eigenlijk helemaal niet voor deze samenkomst gekomen was, merkte ineens dat hij weer kon oren. Stomverbaasd stapte hij naar het podium en deed zijn wonderbare verhaal… Hij was geen christen,  maar erkent nu dat Jezus Christus inderdaad God is, die wonderen  doet!   

Hij vertelt in zijn verhaal later, dat hij christen was geworden en het verlangen had om in zijn eigen plaats te vertellen over Wie Jezus voor hem is en wat er in de Bijbel staat. Een enorme ommekeer voor iemand, die niet van plan was om überhaupt maar iets met de God van de Bijbel te maken hebben.  Die ommekeer maakten ook een paar mensen buiten en in Jericho mee.

Jezus buiten de stad / ons leven
Lukas 19:1 Jezus ging Jericho in en trok door de stad.  Hiervoor was Jezus buiten de stad. In de buurt van de stad gebeurde er een wonder. Een blinde man kon weer zien. Hij hoorde aan het geluid wat er was om hem heen en de gesprekken dat er iets gaande was. Blijkbaar had hij opgevangen dat Jezus voorbij zou komen.

Een blinde man, die er naar verlangde dat hij kon zien. Zijn woordkeus om Jezus was “ontferm u over mij” Heb medelijden, trek het lot over mijn leven aan. Zijn vraag was dat Jezus iets kon doen in zijn situatie. Hij had een concrete vraag. Een vraag die hij van zijn omstanders niet mocht vragen.

Totdat Jezus wel tijd neemt om te luisteren naar de blinde en hem vraagt wat hij wil. De man wil weer zien. En als hij genezen wordt, dan lezen we in Lukas 18:43 - Alle mensen die getuige waren geweest van dit voorval brachten hulde aan God. Op het moment dat man, die 2 jaar doof was,  zijn verhaal doet van dit wonder, luisterden duizenden en duizenden mensen. Iedere keer als hij vertelde dat hij was genezen, werd God geprezen, zoals in Lukas 18 bij de blinde man en in Handelingen 3 bij de verlamde man aan de poort. Hun geloof was, zoals Nicodemus het tegen Jezus zegt in   Johannes 3:2 - niemand kan deze tekenen doen die U doet,  als God niet met hem is. Voor hen in Accra en in de Bijbel was het 1 + 1 = 2 Dit kan niet anders dan het werk van God zijn.



In Efeze 3:20 staat een lofprijs van de Apostel Paulus over wie God is in ons leven ; Aan hem die door de kracht die in ons werkt bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken,21aan hem komt de eer toe, in de kerk en in Christus Jezus, tot in alle generaties, tot in alle eeuwigheid. Amen. Hij vertelt hoe God ons Zijn liefde geeft en dat is een groot wonder. Dat is ook de motivatie van Jezus waarom Hij mensen genas en wonderen deed. Hij demonstreerde hiermee dat God van ons houdt.

Jezus in de stad / ons leven
Lukas 19:2-4 - Er was daar een man die Zacheüs heette, een rijke hoofdtollenaar. 3 Hij wilde Jezus zien, om te weten te komen wat voor iemand het was, maar dat lukte hem niet vanwege de menigte, want hij was klein van stuk. 4 Daarom liep hij snel vooruit en klom in een vijgenboom om Jezus te kunnen zien wanneer hij voorbijkwam. Ook deze man, die met naam wordt genoemd in het Evangelie van Lucas, hoort van het wonder wat er was gebeurd buiten de stad. Je kunt je voorstellen dat mensen vol waren van dit verhaal en voordat Jezus zelf de stad in was, de genezing van de blinde als een lopend vuurtje rond was gegaan.

Terwijl Zacheus bezig was om als hoofd van de belastingdienst in zijn stad zijn werk te doen, hoorde hij over Jezus. Dit verhaal bracht ook hem in beweging. Hij zou er ook naar toe willen gaan. Maar de poging om dichterbij Jezus te komen lukte niet. Net als bij de blinde man, waar de menigte hem wilde verhinderen om Jezus te ontmoeten, werd ook deze verrader geweigerd om dichter bij te komen. Van iedereen die om hem heen was, kon hij de boom in.

Hij was een slim persoon, goed verstand, kon goed rekenen en gaf leiding aan een groep mensen, die hij aanstuurde. Om Jezus nu wel te zien, bekeek hij hoe de route zou lopen van deze Rabbi, zodat hij het zijne ervan kon zien en horen. Zijn lengte wordt hier expliciet genoemd. Blijkbaar paste dat in het verhaal over Zacheus om hem nog meer te accentueren. De man die hij was voor dat hij Jezus had ontmoet en de man die hij er na was.

In de ogen van de bewoners en m.n. de religieuze deel ervan, was hij een slechte man. Hij hoorde er niet bij. Met de “survival of de fittest”  behoorde hij niet tot de top 10 van sterksten. Als je als klein persoon door een grote menigte heen moet lopen, moet je constant op je hoede zijn.  

Misschien werd het daarom wel voor hem: “Wie niet groot is, moet slim zijn.” Dat werd zijn levensmotto. Hij kon goed rekenen en wist hoe hij het van anderen gedaan kon krijgen.  Nu wilde hij net als de rest meer van Jezus horen en zien. Hij wilde misschien ook wel meemaken, wat ze hadden vertelt over deze rabbi.

Lukas 19:5-6 - Toen Jezus daar langskwam, keek hij naar boven en zei: ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden, want vandaag moet ik in jouw huis verblijven.’ 6 Zacheüs kwam meteen naar beneden en ontving Jezus vol vreugde bij zich thuis. Op deze manier waren de 12 discipelen door Jezus persoonlijk geroepen om Hem te volgen. Nu kwam er naast Levi, die ook een tollenaar was, er een nieuwe tollenaar bij?



Ja, Jezus keek met hele andere ogen naar de mensen. Hij kende ze bij naam en wist door de openbaring van de Heilige Geest dat Hij ze zou gaan ontmoeten. Wat zou Jezus met Zacheus voorhebben?

Lukas 19: 7 - Allen die dit zagen, zeiden morrend tegen elkaar: ‘Hij is het huis van een zondig
mens binnengegaan om onderdak te vinden voor de nacht.’  Volgens de algemene opinie ging het nu helemaal mis. Jezus was vriendelijke tegen een slecht mens, die het geld uit de zakken van hen troggelde met zijn handlangers. Hij had zijn beroep ervan gemaakt om te leven op de centen van een ander en dat als werknemer bij de vijand, de Romeinen. Hij stond voor hen gelijk aan een ongelovige en was daarom misschien nog wel slechter in hun ogen.

Als Jezus Zichzelf uitnodigt om bij iemand te eten, maakt Hij gebruik van de Joodse leefregels om gastvrij te zijn en mogelijk ook onderdak te genieten voor de nacht. Dat stond ieder geval vast voor de omstanders. Was Hij blind of zo? Zag hij niet hoe iedereen juist met afschuw toekeek en reageerde.

Ja, Jezus had het gezien, zoals Hij Zacheus in de boom had gezien. Maar…. .Hij zag nog meer. Hij zag hoe gastvrij deze man Hem in zijn huis verwelkomde. Blijkbaar had Zacheus uitgezien om Jezus te ontmoeten. Anders dan de menigte die zo hun mening en gedachten hadden hoe het allemaal hoorde.

Terwijl ze buiten boos over Jezus praatten, misten ze wat er binnen in het huis van Zacheus gebeurde. Deze man stond op en begon zijn bezoek toe te spreken. Er moest hem iets van het hart. Dat werd het 2e wonder wat bijna in één adem verteld wordt door Lucas over Jezus bezoek aan Jericho.

Lukas 19 8 - Maar Zacheüs was gaan staan en zei tegen de Heer: ‘Kijk, Heer, de helft van mijn bezittingen geef ik aan de armen, en als ik iemand iets heb afgeperst vergoed ik het viervoudig.’  De beroeps oplichter, meesterdief, bleek een integer man te zijn, van binnen. Mogelijk dat zijn leven door omstandigheden, die hem ook waren overkomen tot verkeerde keuzen en levenswijze was overgegaan, omdat niemand blijkbaar oog had voor deze kleine man. 

God zag hem wel en zag zijn hart aan. Dat zijn ook de woorden die de profeet Samuël krijgt als hij bij de broers van David zoekt naar de man die God wil zalven tot koning. 1 Samuël 16:7 -  Het is namelijk niet wat de mens ziet, want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan. De uiterlijke verschijning, gekleed als een tollenaar en verkeerde manier van leven, lijkt de man niet in tel.

Jezus zag Zacheus, maar zag ook wat deze man bewoog en had ontferming voor
deze door de mensen veroordeelde man. Hij zag dat Zacheus werkelijk op zoek was naar een oplossing voor zijn probleem. Nu hij de kans kreeg om daar een verandering te brengen, mag hij Jezus ontmoeten. En doet daar gelijk iets mee. Hij doet wat de wet had voorgeschreven en God als richtlijn had gegeven voor het Joodse volk. Hij deed het niet uit plicht, maar vanuit overtuiging. Hij was niet terughoudend, maar ging ervoor. 



Lukas 19:9-10 - Jezus zei tegen hem: ‘Vandaag is dit huis redding ten deel gevallen, want ook hij is een zoon van Abraham. 10 De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.’ Jezus wijst hem er niet op dat het tijd werd, dat hij dit veranderde als een verwijt. Maar wijst hem en iedereen die daar zat op het feit dat hij een zoon van de belofte is. Volgens zijn afkomst een zoon van Abraham omdat hij bij het volk van God hoorde, maar ook omdat hij nu door Jezus, de belofte van de komst van de Messias in zijn leven zijn plaatsvinden. Jezus had de macht om mensen te genezen en te vergeven. Deze man werd in ere hersteld voor het hoogste gerechtshof, voor het aangezicht van de Almachtige God , de Vader. Er kwam vergeving, herstel en verzoening.

Zacheus nam zijn deel voor zijn rekening, door de consequenties op zich te nemen, Jezus sprak namens de Vader uit dat hij er helemaal bij hoorde en vergeven was. Hij had zijn plaats verloren te midden van mensen, die hem de weg hadden moeten wijzen. Nu kon hij zichzelf, zijn omgeving en wat nog belangrijker was: God recht in de ogen kijken. Zoals de man, die op de borst slaat voor het aangezicht van God en wist dat hij Gods oneindige genade nodig had. Anders dan de farizeeër die vanzichzelf overtuigd was dat hij een goed leven leidde.

Het verhaal van de blinde man en Zacheus is in 2 delen. Binnen en buiten de stad. Wanneer wij Jezus niet kennen zijn we gelijk aan de man buiten de stad. Blind in ons geestelijk leven. Zonder Jezus hebben we geen zicht op de blijde boodschap. Er was iets in de man, dat harder begon te roepen toen Jezus dichterbij kwam. Het OT zegt ook dat we God moeten aanroepen en Hij zich laat vinden.


Het deel in de stad is de verandering van gelovige te midden van het leven. Allerlei zaken kunnen in ons bezig zijn sluipen, die er niet horen. Het kan zo ver komen dat anderen daar last van hebben en ons willen uitsluiten. Het kan zelfs zo zijn dat jij zelf degene bent die er voor zorgt dat er muren staan waar ze niet horen. 



Je zelf onmachtig voelt om er wat aan te doen. Dan kan het zomaar zijn, dat Psalm 61:3 tot jou spreekt dat sommige plaatsen onmogelijk zijn om te bereiken, tenzij God jou helpt. Wil je dat Jezus vandaag bij jou langskomt en jou helpt. Misschien niet bij jou zelf, maar iemand van wie jij houdt of van wie jij het weet. Deel uit, zoals de discipelen de broden na de zegen van Jezus gingen delen en iedereen te eten krijgt. Mensen hebben een verlangen / honger naar God. Alleen met het echte brood kun je ze voeden.  

Geen opmerkingen: