vrijdag 10 april 2015

Nieuwe bestemming


Teksten : Jesaja 53 : 5 - 12 en Handelingen 8: 26 - 40

Handelingen 8:26-40 - 26 Een engel van de Heer zei tegen Filippus: ‘Ga tegen de middag naar de verlaten weg van Jeruzalem naar Gaza.’ 



In dit verhaal stappen we op een bijzonder moment binnen. God stuurt een Engel naar Filippus. We zien in de Bijbel dat God op bepaalde momenten door een engel te zenden, iets van groot belang wil zeggen. We zien het bij de aankondiging van de geboorte van Jezus aan Maria. Het had te maken met de langverwachte belofte van de Messias. Een keerpunt in de geschiedenis.

Het eerste wat Maria na al de woorden van de Engel van de Heer  in Lucas 1:38 zegt: “De Heer wil ik dienen.” En Maria zegt : laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd. Ze  was overtuigd en gaf zich over aan de Heer.  Hoe het verder is gegaan kunnen lezen we de Evangeliën en vieren we met Kerst.

Jesaja 53: 6Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de Here heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen. Jesaja was de profeet die de komst van de Messias aankondigt aan een volk dat compleet zijn eigen gang ging. Zij hadden rituelen en gebruiken, maar hun levens behoorden God niet toe omdat hun hart er niet bij was. Daarom dat in Jesaja 6 het nodig was dat Jesaja in de ontmoeting met God gereinigd werd  van wat hem als deel van dit volk ook aankleefde. Er is een spreekwoord ; Waar je mee omgaat daar wordt je mee besmet.

Het gevaar is dat we zelfs gaan afwijken van de bedoeling, die God met ons leven voor heeft. Hem te kennen en lief te hebben. Door onze omgeving na te volgen, die zonder God leeft, zou het wel eens kunnen zijn, dat we als gelovigen niet meer zo herkenbaar zijn in een wereld, die op zoek is naar God. Wij mogen, zoals dat vroeger wel eens werd gezegd : ANWB borden zijn in het leven, die wijzen naar de God in Wie wij geloven. Wij verwijzen mensen naar Jezus, die Zijn leven heeft gegeven voor ieder mens om weer bij God te kunnen komen.



Om weer helder te kunnen zien, hebben we nodig dat God ons aanscherpt, reinigt door Zijn Woord, het vleesgeworden Woord, het volbrachte werk van de Here Jezus. Een mens gaat van nature niet automatisch doen wat God zegt. Romeinen 3 : 9 - 12 zegt :   Dat zowel de Joden als de andere volken, in de macht van de zonde zijn. 10 Zo staat er ook geschreven: ‘Er is geen mens rechtvaardig, zelfs niet één, 11 er is geen mens verstandig, er is geen mens die God zoekt. 12 Allen hebben ze zich afgewend, heel de mensheid is verdorven. Er is geen mens,  die nog het goede doet, er is er zelfs niet één. Wat het zegt is dat zonde een aantrekkingskracht heeft, die geen mens van nature kan weerstaan. Daar hebben we de hulp en bijstand van God in ons leven voor nodig.

Dat was de reden, waarom de man uit Ethiopie naar Jeruzalem kwam en daar de rollen van Jesaja had gekocht. God wilde dat hij en zijn volk deel zouden krijgen aan de beloften die Hij in Abraham al kenbaar had gemaakt. Genesis 12:3 - Door jou zullen alle volken op aarde gezegend worden’  Eeuwen later was de Messias uit de geslachten van het Joodse volk gekomen en kon deze belofte in vervulling gaan. Door de Here Jezus wil God alle volken van de wereld zijn zegen geven en deel laten krijgen aan de beloften die Hij in Zijn Woord heeft gedaan.

Handelingen 8:27 en 28 - Filippus deed wat hem gezegd werd en ging naar die weg toe. Daar kwam hij een Ethiopiër tegen, een eunuch, een hoge ambtenaar van de kandake, de koningin van Ethiopië, die belast was met het beheer van haar schatkist. Hij was in Jeruzalem geweest om daar God te aanbidden 28 en zat nu op de terugweg in zijn reiswagen de profeet Jesaja te lezen. 
Een prachtige ontwikkeling in het verhaal van de man die van Ethiopië komt om God te aanbidden.  Het was iemand die van zijn geloof werk maakte. Hij bleef niet alleen een gelovige in zijn eigen land, maar kwam naar Jeruzalem en om God te zoeken en dienen met datgene wat hij had verstaan over het geloof in God. Hij kende het verhaal van de Here Jezus nog niet. Er lag een bedekking op het Woord van God, dat voor hem nog niet geopend was. Hij nam kennis van Gods Woord door het te lezen. Hij aanbad God zoals het hem was geleerd, maar wist niet dat de beloften uit Jesaja al in vervulling waren gegaan. Hij en velen met hem waren nog voor het Paasfeest zoals wij dat kennen.

Het bijzondere is dat hij na zijn bezoek in Jeruzalem, waarschijnlijk niet één van de apostelen of gelovigen van de gemeente uit Jeruzalem had ontmoet. Er moesten minstens al meer dan 3000 gelovigen zijn, die met de Pinksterdag Petrus hadden horen spreken en tot geloof gekomen waren. Hij was in de kern van het Joodse geloof geweest en toch had hij niet de blijde boodschap ontvangen.  Net als in deze tijd zijn mensen op zoek naar God. Zij komen in hun zoektocht op verschillende plaatsen, waar zij de blijde boodschap zouden kunnen horen. En toch…. niet de mensen ontmoeten, die hen de weg wijzen.

29 De Geest zei tegen Filippus: ‘Ga naar die man daar in de wagen.’ 30 Filippus haastte zich naar hem toe en hoorde hem de profeet Jesaja lezen, waarop hij vroeg: ‘Begrijpt u ook wat u leest?’ 31 De Ethiopiër antwoordde: ‘Hoe zou dat kunnen als niemand mij uitleg geeft?’ Hij nodigde Filippus uit om in te stappen en bij hem te komen zitten.  32 Dit was het schriftgedeelte dat hij las: ‘Als een schaap werd hij naar de slacht geleid; als een lam dat stil is bij zijn scheerder deed hij zijn mond niet open. 33 Hij werd vernederd en hem werd geen recht gedaan, wie zal van zijn nakomelingen verhalen? Want op aarde leeft hij niet meer.’

Deze man was niet alleen een ontwikkeld en intelligent iemand, die in dienst van de Koningin stond als schatbewaarder, maar het was ook iemand die op zoek was naar God in zijn leven. Hij wilde graag begrijpen en ontvangen wat God in de boekrollen had laten opschrijven. Hij was een man die net als velen uit zijn tijd nog leefden in de verwachting van de komende Messias en niet hadden gehoord of ontvangen dat deze al was gekomen, waarover Jesaja spreekt . Wanneer wij in Jesaja lezen, lezen we vanuit de kant en tijd waarin al deze zaken in vervulling zijn gegaan. Het is voor ons logisch dat  Jezus Christus Degene is, waarover God in het Oude Testament spreekt. Voor ons is de sluier weggehaald en hebben we door de Here Jezus toegang gekregen door Zijn kruisdood en opstanding tot de belofte en geheimenissen van het Woord van God.



Jezus spreekt tegen zijn leerlingen erover in Mattheus 13:10 en 11De leerlingen kwamen naar hem toe en vroegen: ‘Waarom spreekt u in gelijkenissen tot hen?’ 11 Hij antwoordde: ‘Jullie mogen de geheimen van het koninkrijk van de hemel kennen, hun is dat niet gegeven. Zonder Jezus is het Woord van God als een raadsel wat niet met het verstand doorgrond kan worden. Hij heeft de sleutels van het Koninkrijk en geeft deze aan hen die in Hem geloven. Daardoor wordt ons verstand geopend, net bij de als de Emmaüsgangers.

Zij liepen van Jeruzalem naar Emmaus en bespraken alles wat er rondom Pasen en de kruisdood van hun Messias was gebeurt. Zij hadden nog niet de boodschap van Jezus’ opstanding ontvangen. Voor hen was Hij dood en liepen ze ontgoocheld en met veel vragen met elkaar erover te praten. Totdat Jezus erbij komt en hen begint te bevragen en vertellen. Lucas 24:27 - En Hij begon bij Mozes en bij al de profeten en legde hun uit, wat in al de Schriften op Hem betrekking had. De mooiste conclusie, die daar gebeurde nadat hun ogen werden geopend en zagen dat Jezus niet meer dood was maar bij hen was, dat zij zeiden: Was ons hart niet brandende in ons, terwijl Hij onderweg tot ons sprak en ons de Schriften opende? – Lucas 24: 32

Ze bleven niet bij elkaar zitten om in het moment van hun ontdekking te blijven om te proberen die ervaring vast te houden. In plaats daarvan gingen zij terug naar Jeruzalem om de discipelen van Jezus te vertellen wat wij met Pasen zullen gaan zeggen: De Heer is waarlijk opgestaan.  Dat …. Is het effect van het Woord van God wanneer Jezus in ons leven komt. Het zet ons in vuur en vlam. Het is niet meer van horen zeggen en hopen dat. Maar het komt van binnenuit, zoals het ook staat in de 1Johannes 5:10 - Wie in de Zoon van God gelooft, heeft het getuigenis in zich

Wat lezen we in Handelingen 8:34 en 35  bij Filippus die de Ethiopiër ontmoet.
34 De eunuch vroeg aan Filippus: ‘Kunt u me zeggen over wie de profeet het heeft? Over zichzelf of over een ander?’ 35 Daarop begon Filippus met hem te spreken over het evangelie van Jezus, waarbij hij deze schrifttekst als uitgangspunt nam. 

Er was zo’n verlangen en honger naar het Woord van God in de man, dat hij de culturele verschillen tussen hem en Filippus niet liet verhinderen. Ook zijn status als schatbewaarder was nu ondergeschikt aan de vragen die hij had over het de rollen die hij had gekocht. Hij las er in, maar wist niet hoe hij het moest begrijpen.

Daar moest een iemand bij komen om hem te helpen. Deze persoon was niet een geleerde, maar een volgeling van Jezus, die vervuld met de Heilige Geest op pad was om het Evangelie over te verkondigen als evangelist. Zijn specialiteit was om mensen binnen het koninkrijk van God te brengen als een visser van mensen. Iets wat Jezus tegen Petrus had gezegd. "Ik zal u visser van mensen maken."

Hij had de bekwaamheid om het Woord van God aan mensen, gelovig en ongelovig uit te leggen. En wel op zo’n aanstekelijke manier, dat mensen gehoord gingen geven aan de oproep die God door Zijn Woord en Geest aan hen deed. Dat was ook wat er in de wagen van de Ethiopiër gebeurde. De man raakt overtuigd van de woorden van Jesaja en de uitleg van Filippus dat Jezus Christus de Messias is, Die komen zou.

Je zou kunnen zeggen. Filippus vertelde over Jezus en opende de schriften. De geheimenissen werden ontrafeld en ontvangen in het hart van de man. Zijn ogen gingen open net als bij de Emmaüsgangers. Waardoor hij zijn weg met vreugde verder ging. Zijn leven was in een heel andere dimensie van het geloof gekomen. Nu was het niet alleen door de gewoonten na te leven en de richtlijnen van de wet te volgen, maar het geloof kwam van binnenuit.



Zoals in Jeremia 31:33 staat - "Ik zal Mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven, Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn" . Mogen wij van binnenuit het geloof beleven en deel hebben aan de beloften en werken die God voor zijn kinderen heeft. Niet meer bedekt, maar ontdekken wat God door Zijn Woord en Geest tot ons Zijn gemeente en ieder persoonlijk wil en kan zeggen. Dat is de kracht van Pasen wat God heeft bewerkt in Zijn Zoon.

In 1Petrus staat ook een heenwijzen naar Pasen, van dezelfde soort als wat we in Jesaja 53 hebben gelezen.  U weet immers dat u niet met zoiets vergankelijks als zilver of goud bent vrijgekocht ….maar met kostbaar bloed, van een lam zonder smet of gebrek, van Christus. …. zodat uw geloof tevens hoop is op God. (1 Petrus 1:18-21) Dat is het hartsverlangen van God de Vader, dat wij ons hart openen voor Hem en zodat ons leven in vuur en vlam voor Hem komt te staan.

1 Johannes : 5:10 zegt - Wie in de Zoon van God gelooft, heeft het getuigenis in zich. Dat is het mooie van het geloof in Jezus Christus. Het is niet een extra jas die we over ons hele leven aandoen, maar een verandering die van binnenuit naar buiten komt en zichtbaar wordt in wie wij zijn, ons spreken, doen en laten. Maar vooral dat wij door de weg naar Pasen, Zijn lijden, kruisdood en opstanding, zeker mogen weten, dat God werkelijk bestaat en een zekerheid is, die niemand en niets  van je kan afpakken.

Net als de man uit Ethiopië en de Emmaüsgangers mag je het vuur van Gods Liefde, kracht en vergeving ontvangen. Hij is deze weg gegaan, omdat ons geloof tevens hoop op God is. Dat spreekt van verwachting, een verwachting Die God Zelf in ons leven zal waarmaken. Mensen stellen teleur, maar God is een waarmaker van Zijn Woord. 


Geen opmerkingen: